Deze digitale nieuwsbrief verschijnt in de zomer van 2024. Het thema voor komend jaar dat de scriba van de synode heeft gekozen is ‘Als nieuw’. Een mooi bijbels thema, dat ook in allerlei materiaal wordt uitgewerkt voor startzondag. Zie Startzondag & Jaarthema | Protestantse Kerk in Nederland
Centraal bij dit jaarthema staat de gelijkenis ‘De werkers in de wijngaard‘ (Matteüs 20, 1-16). In deze gelijkenis is iets te proeven van de vreemdheid én het bevrijdende van het koninkrijk. Jezus zet alle menselijke verwachtingen op zijn kop. De arbeiders die pas laat op de dag zijn begonnen, ontvangen net zoveel loon als de arbeiders die de hele dag gewerkt hebben. Hun loon is geen loon naar werken maar genadeloon. Ondertussen klinkt in deze gelijkenis ook een uitnodiging: je kunt elk uur aanhaken bij het werk in de wijngaard. Als we ons richten op het hemelse licht dat nu al over onze werkelijkheid valt, geeft ons dat ‘Sinn und Geschmack’ voor het eeuwige om met Schleiermacher te spreken. Het leven is bedoeld om vreugdevol te zijn voor ieder, en dat houdt in dat we daarbij ook rekening houden met elkaar en de schepping, want werkelijke vreugde is altijd gedeelde vreugde.
Piet van Veldhuizen schrijft in zijn preekschets op de website dat het om een ander perspectief gaat dat ons wordt voorgehouden, het koninkrijksperspectief, het goddelijke perspectief, dat anders is dan wat wij normaal plegen te vinden:
“De werkers van het eerste uur hebben de hele dag in de volle zon gewerkt. Gezwoegd en geploeterd – maar gezien vanuit de startsituatie, waar iedereen zonder werk op de markt stond, waren ze de geluksvogels. Ze wisten al die uren dat ze geld aan het verdienen waren. Geen fortuin misschien, maar genoeg om ’s avonds thuis eten op tafel te kunnen zetten. Hun moeite ging gepaard met zekerheid, en ook met fierheid: ze verdienen de kost. Pas als blijkt dat anderen hetzelfde krijgen met minder inspanning, voelen ze zich bedrogen. Ze vinden dat die anderen het makkelijker hebben, maar het is nog maar de vraag of dat klopt. Het klopt vanuit hun perspectief, maar je kunt er ook anders naar kijken.
De werkers van het laatste uur lijken er per saldo makkelijk van af te komen: een uurtje werken en dan een vol dagloon krijgen. Als ze het van tevoren zo hadden berekend, zou dat inderdaad het geval zijn, maar daar is geen sprake van. Ze hebben bijna de hele dag op de markt gestaan in de hoop werk te vinden. Ze hebben wanhoop ervaren, de dag doorgebracht met het spook van de honger, met het vernederende idee dat je straks met lege handen je gezin onder ogen moet komen. Hun ledigheid was niet minder kwellend dan het zwoegen van die anderen. Tot het moment van uitbetaling, waarop alles anders bleek te zijn, waren de werkers van het laatste uur de pechvogels. In termen van eergevoel en fierheid staan ze nog steeds op achterstand. Vergelijk het met werkloosheid in onze samenleving: werkenden roepen soms dat de werklozen met hun uitkering luie profiteurs zijn die gratis geld krijgen, maar intussen zouden ze voor geen goud willen ruilen. Ze weigeren angstvallig om zich in te leven in het perspectief van de kansarme, want ook mét uitkering is dat allesbehalve aantrekkelijk.
Ten slotte is er het perspectief van de landheer. Als hij met zijn ideeën over goedheid en gerechtigheid een van de arbeiders was geweest, zouden ze hem allemaal hebben uitgelachen. Maar hij is de heer, hij heeft de macht en de middelen. Hij kent beide plekken: de markt met de werkzoekenden en de wijngaard waar gewerkt wordt. Hij gunt allen gelijkelijk dat ze straks thuiskomen met een dagloon: niet de jackpot maar dat wat nodig is om eerlijk te leven. Hij besluit dat ze het allemaal van hem krijgen. En dan krijgt hij het aan de stok met mensen die zeggen: zo gaat dat niet hier bij ons!
De mores van het koninkrijk zijn anders dan die van onze samenleving. Hoe gaan we daarmee om? Tegen mensen met afwijkende mores horen we soms zeggen: als je hier wilt leven, moet je je aanpassen – ga anders maar terug naar waar je vandaan komt. De vraag is nu of we dat ook tegen de Heer zeggen: U burgert in of U vertrekt. En: U begrijpt onze cultuur niet.
Maar je zou ook omgekeerd kunnen zeggen dat het koninkrijk van God, als het vat op ons krijgt, ons uitburgert in deze wereld. Als we moeite doen om consequent te denken en voelen vanuit het perspectief van de landheer in de gelijkenis, komen we onvermijdelijk in aanvaring met de mores van onze samenleving. Die aanvaring vindt om te beginnen in ieder van ons plaats, want de redeneerwijze van onze samenleving zit ook diep in onszelf verankerd. Het royale en genadige perspectief van het koninkrijk, de blik van God, moet dagelijks in woord en daad geoefend worden, anders neemt het ‘gewone’ perspectief van de lokale mores het zó weer over in ons denken en doen.
Wat tot nu toe buiten beschouwing bleef, is dat de gelijkenis speelt rond een wijngaard. De landheer zet de arbeiders niet aan het werk in een knollenveld of in een steengroeve. Het is even hard werken, maar de wijngaard staat niet in het teken van bittere noodzaak of keiharde realiteit: ze biedt uitzicht op genot en vreugde. Iets van die lichtheid wordt weerspiegeld in het uitbetalingsbeleid van de heer. De vraag is of we dat ook kunnen laten doorklinken in ons levensgevoel en onze kerkelijke praktijk.”
Dat is wat ik u wens deze zomer: een beetje lichtheid. Dat de dingen als nieuw mogen voelen, fris, zoals in de ochtend een nieuwe dag begint, fonkelend zoals ijsblokjes in een glas water, en verfrissend.
Ik vind dit een mooie gedachte voor deze zomertijd. Dat u die frisheid mag ervaren.
5 juli 2024
Mijn hartelijke groet, namens het Breed Moderamen van de Classis Noord-Brabant, Limburg en de Réunion Wallonne.
In Christus verbonden,
Ds. Marco Luijk
Classispredikant Noord-Brabant, Limburg en Réunion Wallonne
m.luijk@protestantsekerk.nl
tel. 06 52 33 52 85
Download deze tekst in de Zomer-Nieuwsbrief: NIEUWSBRIEF-Zomer-2024