Monseigneur Ron van den Hout (59) heeft op zaterdag 24 augustus in een feestelijke dienst de bisschopszetel in bezit genomen. Hij is de 25e bisschop van Roermond. Na zeven jaar in bisdom Groningen-Leeuwarden wordt hij bisschop van Roermond. Van het minst naar het meest katholieke deel van Nederland.
De scriba van de classis en de classispredikant waren als vertegenwoordigers van onze kerk aanwezig bij de plechtigheid. De bisschop preekte over Natanaël en het punt dat je soms anders moet zien. (Filippus zegt: Kom dan kijken, Joh.1, 46)
Op de website van het bisdom is er meer over te lezen en de kerkdienst te zien: Bisdom Roermond | Nieuws en wetenswaardigheden uit het bisdom Roermond (bisdom-roermond.org)
In Dagblad De Limburger stelt de bisschop zich voor.
,,Ik ben opgegroeid in Diessen, een dorp tussen Tilburg en Eindhoven. Mijn ouders komen allebei uit een agrarische familie. Mijn vader werd automonteur, hij had niets met vee en planten. Als kind werkte ik vaker mee op het tuinbouwbedrijf van mijn oom. Zo leek het na de middelbare school een logische keus om naar de hogere agrarische school te gaan. Maar al langer sluimerde het gevoel dat ik eigenlijk iets heel anders wilde: priester worden. Wat ik precies voelde, is lastig te omschrijven. Het was een diep verlangen. Ik heb er altijd alleen mee gelopen, nooit met iemand over gepraat. Op mijn 22ste, in het laatste jaar van mijn agrarische opleiding, dacht ik: als ik dit écht wil, moet ik er nu werk van maken, anders is het te laat.”
,,Nee, er was niet één roepingsmoment, een plotselinge ingeving, zoals je wel eens hoort. Thuis gingen we elke zaterdagavond naar de kerk. Dat voelde altijd al vertrouwd, die geloofservaring. Ik herinner me nog dat mijn moeder me het Onze Vader, het Wees Gegroet en een kort gebed voor het slapen gaan leerde. Ik zie mezelf nog als jochie op een kruk bij haar zitten. Ze vond het belangrijk om mij dat mee te geven. Evengoed schrok ze toen ik jaren later mijn besluit om priester te worden bekendmaakte. Ik had er, als gezegd, nooit over gesproken. Ook niet met mijn ouders. In 1987 besloot het bisdom Den Bosch om de eigen priesteropleiding in ere te herstellen. Het Sint-Janscentrum. Daar ben ik toen naartoe gegaan. Ik voelde me er al snel helemaal thuis.”
,,Ja, ik heb wel eens een vriendin gehad, maar dat heeft niet lang geduurd. Op de een of andere manier was dat niet mijn ‘ambitie’. Met het seminarie maakte ik ook de keus om ‘alleen’ te leven, zogezegd. Eerlijk is eerlijk: ik wist niet goed wat te verwachten op die opleiding. Het was al de tijd dat niet veel jongens nog deze keus maakten. Ja, ik zwom als je het zo wilt noemen ’tegen de stroom in’. Nogal wat medestudenten haakten voortijdig af. Hoe het zou zijn, later als pastoor in een parochie, daar was ik toen nog niet mee bezig. Geen diepe missionaire gedachten. Ik volgde vooral mijn gevoel. Even heb ik zelfs getwijfeld: ben ik niet te schuchter om me onder de mensen te begeven? Zal ik niet ‘gewoon’ als monnik het klooster ingaan? Op 5 juni 1993 ben ik tot priester gewijd, daarna heb ik in Helmond mijn eerste ‘herderswerk’ verricht.”
,,God is mijn natuurlijke fundament. Het fundament onder mijn werk én persoonlijk leven. Ik voel me thuis bij hem, gedragen en vertrouwd. Het gebed is belangrijk voor me. Ik probeer elke dag een half uur gewoon stil te zijn. Om wat dieper af te dalen in het geloof. Vaak ben ik met een tekst bezig, waar ik dan over nadenk. Soms ook schrik ik ineens wakker, dan ben ik in slaap gesukkeld. Nee, erg vind ik dat niet, want ik heb dat half uur toch aan Hem gegeven.”
En in het Nederlands Dagblad zegt hij: “De instituties vallen weg, het wordt nooit meer als vroeger. ‘In de maatschappij niet, en in de kerk niet. Elke katholiek die afhaakt, is erg. Maar je kunt niet wachten tot de laatste het licht uit doet. We zullen toch plekken van hoop moeten zien te creëren. We zullen de zoektocht naar God opnieuw gestalte moeten geven.”